Wetenschappen-wiskunde is een sterk theoretische studierichting in de doorstroomfinaliteit.

Ze combineert een brede algemene vorming met deductief, empirisch en probleemoplossend leren vanuit de kernwetenschappen aardwetenschappen, biologie, chemie, fysica en wiskunde. De leerlingen leren abstracte wiskundige concepten te gebruiken en verdiepen hun wiskundige vaardigheden.

 

Leerlingenprofiel

Leerlingen wetenschappen-wiskunde tonen voor het geheel van de vorming inzicht in complexe leerinhouden, leggen vlot verbanden tussen leerinhouden en kunnen logisch redeneren. Ze verwerven complexere leerinhouden in een beperkt tijdsbestek.

Ze exploreren planmatig verbanden bij het onderzoeken van fenomenen en mogelijkheden bij het oplossen van problemen in biologie, chemie en fysica. Ze zetten geowetenschappelijke methodieken in om ruimtelijke fenomenen te analyseren.

Ze vinden het fijn om wiskundig te denken, redeneren en argumenteren en houden van een meer formele benadering van wiskunde. Ze hanteren wiskundig theoretisch-abstracte begrippen, concepten, eigenschappen en methodes, en gebruiken ze bij het oplossen van problemen.

   

WWI6

WWI8

   

5

6

5

6

algemene vorming

esthetica

1

1

1

1

geschiedenis

2

2

2

2

godsdienst

2

2

2

2

informatica

1

     

lichamelijke opvoeding

2

2

2

2

Engels

2

2

2

2

Frans

3

3

3

3

Nederlands

4

4

4

4

tekstanalyse

1

1

   

specifieke vorming

aardrijkskunde

1

2

1

2

biologie

2

2

2

2

chemie

2

2

2

2

fysica

2

2

2

2

informaticawetenschappen

1

1

1

1

wiskunde

6

6

8

8

   

32

32

32

33